Een werkgever stort een ontslagvergoeding van €55.000 in de stamrecht BV van een ontslagen werknemer. Kort daarna neemt deze werknemer het bedrag op als lening om ermee te beleggen met een internetrekening. De belastingdienst ziet de opname echter als uitgekeerd loon en legt een naheffingsaanslag op. De man gaat in beroep.

De daadwerkelijke administratie in deze zaak

Pas na de overboeking naar privé ondertekent de man de stamrechtovereenkomst tussen de stamrecht BV en hemzelf.  De man stelt in zijn verweer dat de overboekingen van de stamrecht BV naar zijn priverekening onder zakelijke voorwaarden zijn gedaan. De bedragen zijn naar een privérekening gegaan omdat een particuliere spaarrekening meer rendement oplevert dan een zakelijke spaarrekening. De werknemer stelt verder dat hij over genoeg vermogen beschikt en dat daarom de overboekingen niet als privé uitkeringen kunnen worden gezien.

Conclusie belastingdienst

De belastingdienst stelt dat er geen sprake is van een zakelijke lening en dat de overboeking als loon moeten worden gezien. Er ontbreken afspraken over de aflossing en er is geen schriftelijke overeenkomst opgesteld. Het rendement is niet voor de stamrecht BV, maar voor privé, aldus de belastingdienst.

Conclusie rechter 

Het Hof in Den Haag oordeelt dat de stamrecht BV door de overboekingen de beschikking over de gelden heeft verloren en de privépersoon er de beschikking over heeft verkregen. Ook oordeelt het Hof dat er van de lening geen zakelijke overeenkomst is opgemaakt. Daarnaast is er geen afspraak gemaakt over periodieke uitkeringen van de Stamrecht BV. De belastingdienst heeft dus terecht een naheffingsaanslag opgelegd en de man moet deze dan ook gewoon betalen. De ex werknemer betaalt 52% belasting.

Hoe had het anders gekund?

In deze situatie is de gouden handdruk dus feitelijk afgerekend (ook belast met 52%) en heeft de Stamrecht BV geen enkele waarde. Deze persoon heeft de voordelen van het stamrecht verspeeld en onnodig kosten gemaakt voor de oprichting alsmede de liquidatie van de Stamrecht BV. Dit terwijl de gewenste uitvoering van deze persoon gewoon kan! De gang van zaken had moeten zijn:

  • Eerst dient de Stamrecht BV geheel opgericht te zijn (akte is gepasseerd en inschrijving KvK heeft plaatsgevonden).
  • Pas daarna wordt er een stamrechtovereenkomst opgesteld tussen de werknemer en zijn Stamrecht BV (een BV kan pas zaken doen als deze bestaat).
  • Vervolgens kan de werkgever het geld overboeken naar de Stamrecht BV aangezien de werknemer nu een overeenkomst heeft waaruit de stamrechtregels gelden.
  • Nadat het geld is gestort kan de BV bij wijze van investering besluiten dit geld aan een derde (dezelfde persoon) uit te lenen.
  • Hiervoor dient vooraf een overeenkomst te worden opgesteld met de lener aangaande de aflossing, rente en zekerheden.
  • Pas nadat deze leningovereenkomst is getekend kan het geld worden overgeboekt.

Alle stappen kunnen enkel in bovenstaande volgorde gezet worden. Het kan nooit dat er één vooraf gaat aan een ander. In de praktijk kan het weleens misgaan wegens een gebrek aan aandacht bij de oprichting, dan kan bij de fiscus gevraagd worden om goedkeuring tot aanpassing maar of dit goed gaat is maar de vraag. 

Deze waargebeurde zaak geeft het belang aan van een partij die verstand heeft van deze materie. Het is niet erg moeilijk maar een kleine administartieve fout kan erg grote gevolgen hebben.

  

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *